De oudste categorie muziekinstrumenten die in Delft zijn gevonden zijn de mondharpen. De mondharp is een vierkant metalen staafje gebogen tot een sleutelgatvorm. In het brede uiteinde van de mondharp is een platte metalen strook, de tong van het instrument, bevestigd die tussen de poten van de harp doorloopt en daar uitsteekt. Aan de tong kan met de vingers worden ‘geplukt’ terwijl de hele harp voor in de mond wordt gehouden. De mond is dan dus de klankkast. Door je wangen te bewegen verandert de mondholte waardoor verschillende tonen worden gemaakt.

 

Delftse mondharpen

De oudste vondsten van mondharpen gaan terug tot in de Vroege Middeleeuwen. Het oudste exemplaar wat in Delft gevonden is komt uit de 14e eeuw. Bij opgravingen van het kasteel Altena, ten noordwesten van de Delftse binnenstad, zijn een ijzeren en een bronzen exemplaar gevonden. Er zijn nog twee ijzeren mondharpen gevonden bij de opgraving van de Phoenixparkeergarage en in de Schie ter hoogte van de Scheepmakerij.

 

 

Populair instrument

De mondharp is een bescheiden instrument met een beperkt tonaal bereik. Het volume van de mondharp is ook relatief laag. Toch was het een populair instrument omdat het betaalbaar en simpel te bespelen was. Maar zeker niet alleen bedoelt voor volksvermaak zoals de vondst van een mondharp bij kasteel Altena goed laat zien!

 

Luister hieronder naar een geluidsfragment van een mondharp: