Spoorzone

De westgrens van de middeleeuwse stad

Een toren vol raadsels

Vanaf de Phoenixstraat voert een klein straatje naar de Oude Kerk: de Schoolstraat, zo genoemd naar de `Latijnse school’ die hier ooit lag. Oudere lezers kunnen zich misschien nog herinneren dat langs de Phoenixstraat nog een stuk liep van de gracht die in de Middeleeuwen om de stad Delft was gegraven. Dat stukje gracht is namelijk pas in 1963 gedempt. Tot die tijd lag in het verlengde van de Schoolstraat een bruggetje over de gracht. Het was de laatste herinnering aan de tijd dat dit een van de toegangen was tot de oude binnenstad. Tot omstreeks 1830 werd die toegang gemarkeerd en bewaakt door een grote toren met een poort, die – natuurlijk – de Schoolpoort werd genoemd. De fundamenten ervan zijn bij de opgravingen in de Spoorzone gevonden en grondig bekeken.

 

Geen poort als alle andere

Het middeleeuwse Delft was omgeven door een wal met een gracht eromheen, en de toegangswegen werden bewaakt door zeven poorten. Die stonden altijd op het punt waar een gracht in de stad uitmondde in de gracht  óm de stad. Je kon dus te voet of pr paard, maar ook per boot de stad in en uit, naar of van Rijswijk, Schiedam, Delfgauw of het Westland. Allemaal, op één na: de Schoolpoort. Daar liep om te beginnen geen water doorheen. Wie door die poort de stad uitliep, kwam op een landweggetje uit dat tussen tuinen en weilanden voerde, maar niet naar een grotere plaats leidde. Het was ook geen poort die onderdeel was van een echt poortgebouw; hij was naast een van de bijna twintig torens gebouwd die op de stadwal stonden. En ook dat kwam verder niet voor.

 

 

Lichte poort, zware toren

De Schoolpoort zelf lijkt niet zoveel te hebben voorgesteld, maar de toren die erbij hoorde  was uitzonderlijk fors uitgevoerd. Hij had geen diameter van vijf meter, zoals de andere waltorens, maar van acht meter. De fundering was dan ook veel zwaarder dan bij de zustertorens het geval was. Met weer één uitzondering; een tot voor kort volkomen onbekende toren die aan het eind van de Dirklangengracht stond en op geen enkele historische kaart te zien is. Die moet al heel lang geleden zijn gesloopt, of zelfs nooit zijn afgebouwd. De opgravingen hebben over beide `superwaltorens’ nieuwe gegevens opgeleverd.

 

Wanneer en waarvoor?

Blijft de vraag: hoe oud zijn de Schoolpoort en de Schoolpoorttoren, en: waarom stond hier eigenlijk een poort, die niet uitkwam op een grote verbindingsroute? Over de ouderdom kunnen we alleen maar zeggen dat hier vóór 1359 geen poort stond. In dat jaar moesten de stadsmuur en alle poorten en torens worden afgebroken als straf voor het verzet van de stad tegen de graaf van Holland. De fundamenten die zijn opgegraven, zijn zeker niet ouder dan die tijd. Na ongeveer 1400 zijn de poorten weer opgemetseld, en toen zal ook deze nieuwe toren-met-poort zijn gebouwd. Hij staat op verschillende kaarten en tekeningen, waarvan de oudste in 1536 bis gemaakt. Daardoor is wel ongeveer bekend, hoe de poort eruit zag. In 1829 zijn poort en toren door de stad verkocht voor de sloop, en niet lang daarna moet hij zijn afgebroken.

De laatste vraag: waarvoor diende dat poortje nu eigenlijk? Het is moeilijk te zeggen, maar waarschijnlijk speelden oude rechten van adellijke families die buiten de stad hun kasteel hadden, nog een rol. Zij wilden graag op een bevoorrechte manier naar de stad en naar de (Oude) Kerk kunnen gaan. Het uitzonderlijke poortje bood hun die gelegenheid. Maar zeker weten doen we het niet.