Spoorzone

De westgrens van de middeleeuwse stad

Onbekend

Het Engelsch Kerkhof is een Delftse begraafplaats waar weinig over bekend is. We wisten tot voor kort niet waar het precies lag.Ook weten we niet hoe lang en wanneer het in gebruik is geweest of hoe groot het is geweest. Het enige dat ons er nog aan herinnert is de Engelsestraat die in de buurt van het kerkhof ligt.

Bij de herinrichting van het  gebied rondom de spoortunnel wil de projectontwikkelaar graag van tevoren weten wat er aan archeologische resten kan verwacht kan worden en wat de kosten van het archeologisch onderzoek zullen zijn. Hier kunnen we vaak op voorhand wel inzicht in geven, maar bij een kerkhof ligt dit anders. Een kerkhof opgraven is namelijk zeer arbeidsintensief en daarmee duur. Daarom is het belangrijk dat we zoveel mogelijk over het kerkhof te weten komen voordat er gegraven gaat worden.

 

Bureauonderzoek

In het bureauonderzoek dat is uitgevoerd voor aan de aanleg van de spoortunnel wordt het kerkhof ten westen van de Prinses Irenetunnel gesitueerd. Hier zijn namelijk bij de aanleg van het tramspoor een aantal menselijke botten gevonden. Deze botten lagen echter niet meer op hun oorspronkelijke plaats en zijn hier waarschijnlijk terechtgekomen tijdens de aanleg van deze tunnel. Om de exacte locatie van het kerkhof te kunnen bepalen was dus verder onderzoek nodig.

Na het bestuderen van een aantal oude kaarten werd al snel duidelijk dat het kerkhof niet ten westen van de Prinses Irenetunnel heeft gelegen, maar tussen de (voormalige) Van Leeuwenhoeksingel en de Hooikade. De grote van het kerkhof verschilt per kaart en is onduidelijk. Ook werd niet duidelijk hoe lang de begraafplaats in gebruik is geweest en hoeveel graven er liggen. In geschreven bronnen doken een aantal maal de Merchant Adventurers op. Dit waren Engelse lakenhandelaren die in de 17e eeuw kantoor hielden in Delft. Hebben zij wellicht een eigen begraafplaats gehad? Om dergelijke vragen te kunnen beantwoorden hebben we de hulp ingeschakeld van stadshistoricus Bas van der Wulp en zijn collega's.

 

 

Archiefonderzoek

Uit het archiefonderzoek kwamen een aantal interessante dingen naar voren. De Merchant Adventurers hebben zich in 1621 in Delft gevestigd in het Prinsenhof en mochten gebruik maken van de bijbehorende kapel (de Waalse kerk). Ze hielden zich bezig met de import en verkoop van Engels laken en verscheepte Hollandse goederen naar Engeland. Het gemeentebestuur zag de Merchant Adventurers als een belangrijke handelspartner en gaf hen daarom diverse privileges zoals vrijstelling van de bier- en wijnaccijns. Desondanks verlieten ze Delft al in 1635 en vestigden zich in Rotterdam. Hoewel verschillende latere boeken dit wel suggereren, zijn er geen directe aanwijzingen gevonden dat er een verband is tussen de Merchant Adventurers en het Engelsch Kerkhof.

Voor de komst van de Merchant Adventurers en na hun vertrek woonden er ook Engelsen in de stad. Wellicht gaven zij er de voorkeur aan om bij hun landgenoten begraven te worden? Helaas zijn er geen begraafboeken bekend waaruit dit blijkt. In 1795 duikt het kerkhof voor het eerst op in de archieven van de Municipaliteit (het Stadsbestuur). Een bezorgde burger, de heer A. Sonne meldt op 6 juni van dat jaar: "dat in een maand tijds in en om het Zuideinde een aantal menschen in een welgelijkende ziekte zijn gevallen, waaraan reeds elf zijn gestorven, hetgeen wordt toegeschreven aan de uitwaseming van de door de Engelsche begraven lijken kort op elkander van bij ziekte gestorvene in zeer ondiepe gaten met slechte kisten aan 't Mallegat begraven, dat met de warmte een zeer vervelende reuk van zig geeft. Is na rijpelijk beraad besloten deze begraafplaats te laten ophogen, door zoo veel als immer doenlijk is de bagger van de stad op die plaats te brengen".

In dat jaar zijn de Merchant Adventurers al 160 jaar weg uit Delft en bestaat de Engelse kerkgemeenschap al enkele decennia niet meer. Daarnaast is over deze gehele periode geen enkele geschreven bron bewaard gebleven over gebruik van dit kerkhof. Ook is het niet aannemelijk dat lijken 160 jaar nadat ze begraven zijn nog stinken. We kunnen misschien concluderen dat het hier niet gaat om gestorven Merchant Adventurers, maar om andere Engelsen die waarschijnlijk kort voor 1795 overleden zijn.

Waarom deze Engelsen een aparte begraafplaats buiten de stad hebben is niet geheel duidelijk. Gewone doden kregen namelijk over het algemeen een plaatsje op het kerkhof bij de kerk. Maar omdat de hier begraven lichamen ‘in zeer ondiepe gaten met slechte kisten' zijn geplaatst, betreft het waarschijnlijk slachtoffers van een epidemie die met grote haast zijn begraven op een plaats waar ze geen anderen konden besmetten. Mogelijk kan onderzoek naar de skeletten van het grafveld hier in de toekomst nog duidelijkheid over verschaffen!

 

Gravend onderzoek?

Of dit onderzoek er binnen het Spoorzoneproject ook echt gaat komen is nu niet duidelijk. De plaats waar we denken dat het kerkhof ligt is nu een drukke verkeersader langs de rand van de oude binnenstad. Deze kan niet zomaar voor langere tijd op de schop. Ook zijn er geen bouwplannen binnen het Spoorzoneproject voor dit gebied. Daarbij is het lang niet zeker dat er nog iets van het kerkhof bewaard is gebleven. Zoals hierboven al werd gemeld zijn er bij de Prinses Irenetunnel botten gevonden die vermoedelijk afkomstig zijn van het kerkhof. We mogen dus aannemen dat het in ieder geval deels verstoord is. Maar omdat we nu wel beter weten waar de begraafplaats moet liggen, kunnen we in de toekomst een oogje in het zeil houden!