Wortels van Delft

Het begin van de stad

Wie tegenwoordig gezond leeft en verantwoord eet laat steeds vaker vlees achterwege. Ook in de middeleeuwen stond vlees lang niet altijd op het menu. Dat had echter wel een andere reden dan gezondheid of dierenwelzijn. Voor veel mensen was vlees te duur, nog afgezien van de dagen waarop de kerk het verbood. Als er al vlees op het menu stond waren het vaak kleine hoeveelheden die in een stoofpot of soep werden verwerkt.

Wanneer er dan wel eens goed uitgepakt kon worden dan was - en is - er weinig lekkerder dan goed gegrild vlees. Tegenwoordig moeten we daar buitenshuis een stevige barbecue voor optuigen, maar in de middeleeuwen werd toch altijd al gekookt op open vuur, dus met een simpel braadspit was je klaar. En net als de hedendaagse braaimeesters wisten ze dat een goed gebraad sappig blijft door het regelmatig te overgieten met braadvet. Daar hadden ze een handig stuk aardewerk voor: de vetvanger.

Twee middeleeuwse vetvangers met geïntegreerde braadspitopleggers, opgegraven in Delft. Twee middeleeuwse vetvangers met geïntegreerde braadspitopleggers, opgegraven in Delft.
(Collectie Archeologie en Monumenten Delft)

Een vetvanger is een langwerpige ondiepe bak met een handvat en vaak met een schenklip. Meestal zijn ze voorzien van een handig gat om het op te kunnen hangen in de keuken. Ze werden gebruikt om het druipvet van stukken vlees aan het braadspit op te vangen. Met een lepel kon dan het vet over het gebraad worden gegoten tot het gaar was, waarna het restant via de schenklip kon worden verwerkt tot een lekkere jus of saus. Het spit draaide daarbij niet boven het vuur maar ernaast, waardoor de vetvanger ook niet in het vuur hoefde te staan. Het handvat stond van het vuur af en de bak helde een klein beetje over richting de vlammen: een efficiënt stuk keukengereedschap.

Een jongetje braadt twee vogels boven een braadslee. Let ook op de lepel om het vet mee op te scheppen. Getijdeboek van Catharina van Cleef, gemaakt in Utrecht rond 1440. (The Morgan Library and Museum)
Een jongetje braadt twee vogels boven een braadslee. Let ook op de lepel om het vet mee op te scheppen. Getijdeboek van Catharina van Cleef, gemaakt in Utrecht rond 1440. (The Morgan Library and Museum)

Het lijkt er op dat de meeste huishoudens wel een vetvanger in huis hebben gehad, maar het leuke is dat het formaat veel vertelt over dat huishouden. Vaak gaat het om kleine vetvangers waar net een stuk gevogelte boven past; genoeg voor een doorsnee middeleeuws gezin. In sommige gevallen vinden we veel grotere vetvangers, van het formaat waar een klein varken boven past. Die laatste zijn gebruikelijker in gaarkeukens waar centraal gekookt werd voor grotere groepen mensen. Denk daarbij aan kloosters, gasthuizen en (stads)kastelen. De leukste vetvangers die we in Delft hebben zijn twee exemplaren met een geïntegreerde totaaloplossing: vetvangers met ingebouwde braadspitopleggers. Normaal rust het spit op een vuurbok of spitoplegger, maar bij deze objecten ben je in één klap klaar: vet handig!!

Bekijk de vetvanger in 3D:

Dit artikel is geschreven voor historisch magazine Delf. 'Delf' is een toegankelijk, rijk geïllustreerd magazine over geschiedenis en cultuur van Delft en omstreken. Meer informatie: http://www.delfia-batavorum.nl/publicaties/delf