Romeins Delfland

Op zoek naar Cananefatenland

Een Romeins theatermasker

In de 3de eeuw voor Christus begonnen de Romeinen vanuit Itallë geleidelijk hun rijk uit te breiden. Daarbij kwamen ze in nauw contact met de Griekse wereld, die een rijke culturele traditie van vele eeuwen had. De relatief `boerse’ Romeinen raakten daarvan onder de indruk en namen allerlei Griekse gebruiken over. Daar hoorde ook het toneel bij: het opvoeren van komische of tragische toneelstukken, waarvoor de Grieken al honderden jaren eerder grote theaters hadden laten bouwen. Er verschenen Romeinse versies van Griekse toneelstukken, compleet met de vaak groteske maskers die de acteurs droegen om hun personage herkenbaarder te maken.

Van het Romeinse theater naar een buitenwijk van Delft lijkt een grotere stap dan het is. In de jaren ’90 van de vorige eeuw werd bij de huidige Crommelinlaan een vindplaats uit de Romeinse tijd blootgelegd. Niet door archeologen, al waren die dat wel van plan, maar door schatgravers, die de dag voordat het onderzoek zou beginnen, de vindplaats vernielden. Bonafide amateurarcheologen namen wat aardewerk mee dat de heren hadden laten liggen. Daaronder waren een paar opvallende scherven die niet van potten afkomstig waren. Na wat puzzelwerk bleek het te gaan om een stuk van een masker. Zulke maskers (of liever: stukjes ervan) zijn wel vaker in Nederland gevonden, maar nooit op een `plattelandsvindplaats’ als die bij Delft.

Deze maskers zijn gemaakt van pijpaarde, en wel in Keulen, dat toen net zo’n belangrijk aardewerkproductiecentrum was als Delft zou worden in de 17de eeuw. Ze zijn vast niet gedragen door een acteur. Deze maskers van aardewerk zijn daar te stijf en te oncomfortabel voor. Waarschijnlijk hingen ze aan een muur of een deur, misschien om boze geesten af te weren of omdat ze met de een of andere inheemse godheid werden vereenzelvigd. De laatste eigenaar van het Delftse masker zal het hebben opgepikt op de markt in het nabijgelegen stadje bij Voorburg, of het na zijn diensttijd in het leger hebben meegenomen naar de boerderij waar hij zijn laatste jaren zou slijten.