Spoorzone

De westgrens van de middeleeuwse stad

De oudste telescoop 

Er zullen maar weinig mensen zijn die nooit van de Italiaanse sterrenkundige Galileo Galilei (1564-1642) hebben gehoord. En er zullen ook maar weinig mensen zijn, die bekend zijn met de naam van zijn tijdgenoot, de Middelburgse brillenmaker Hans Lipperhey (1570-1619). Toch had de eerste veel aan de tweede te danken. Want hoewel Galilei dankzij de telescoop die hij in 1609 bouwde, de hemel kon gaan verkennen en revolutionaire ontdekkingen deed, was het Lipperhey die al een jaar eerder patent had aangevraagd op ‘seecker instrument omme verre te sien’. Hij was een van de allereersten, zo niet de eerste, die het principe van de telescoop met twee lenzen begreep en er een bruikbaar werktuig van maakte. Van zijn producten is niets over, zijn patentaanvraag kennen we wel. Daardoor kon een onooglijk metalen buisje dat in 2014 werd gevonden bij de opgraving in de vroegere stadsgracht van Delft worden geduid als de oudste telescoop die tot nu toe bekend is – in ieder geval in Nederland, en misschien wel van de hele wereld. 

De techniek van het lenzen slijpen was al lang bekend, maar nog tamelijk primitief. Iets als `optisch glas’ dat tegenwoordig wordt gebruikt voor lenzen, bestond nog niet. Toch was Lipperhey erin geslaagd om een paar lensjes in een kokertje te vatten, zó, dat ze een licht telescopisch effect hadden.

Het 12 cm lange buisje van verkoperd ijzer dat min of meer bij toeval uit de vele alledaagse spullen uit de stadsgracht werd gevist, komt helemaal overeen met Lipperhey’s ontwerp. De lensjes zijn in moderne ogen abominabel van kwaliteit. Je kunt de telescoop niet scherpstellen. Maar hij werkt wél. Nadat het buisje door de archeologen was herkend als iets mogelijk bijzonders, is het door deskundigen van het Leidse Museum Boerhaave onderzocht. Daar bleek dat we inderdaad te maken hebben met een van de vroeg-17de -eeuwse nederlandse telescopen. Galilei werd beroemd met een verbeterd ontwerp, en het Nederlandse genie Christiaan Huygens bouwde er vanaf 1650 verschillende. Maar het Delftse kijkertje is duidelijk nóg ouder. Wie zou hem ooit in het donkere water van de stadsgracht hebben verloren?