Het werpen van koten was eeuwenlang een populaire bezigheid. Koten zijn de teenbotten van dieren, de zogenaamde phalanx. Meestal werden hiervoor teenkoten van paarden of koeien gebruikt. Ze werden vaak verzwaard met lood, omdat er dan harder mee kon worden gegooid, of omdat ze steviger bleven staan. Aan de buitenkant werden vaak merktekens ingekrast, zoals Romeinse cijfers of stippen. Dit kunnen puntenwaardes zijn maar ook zijn er inkrassingen op de koten gezien die meer op eigendomstekens wijzen.

Koten hadden een bolle (de stoof) en een holle kant (de schijt), waardoor ze aan één kant rechtop konden worden gezet. De koten werden in een rij gezet, en vanaf een bepaalde afstand moesten deze worden omgegooid met een werpkoot. Uit historische bronnen weten we dat het voornamelijk een kinderspel is geweest.

 

 

Koten worden vaak verward met bikkels, die ook vaak bij archeologische onderzoek worden gevonden. Het zijn echter andere botten én er werd een ander spel mee gespeeld. Een bikkel is het zogenaamde sprongbeen, de talus, vaak van een schaap of varken. Deze botjes hebben vier duidelijk van elkaar te onderscheiden zijden, met elk een eigen naam. Het meest gangbaar zijn de stoof, schijt, staantje en essie. Bikkelen is een rustig spel dat vooral behendigheid vereist. Men speelt het door een balletje op te gooien, en voordat die weer op de grond belandt een aantal van tevoren bepaalde handelingen met de bikkels te verrichten, zoals oprapen of omdraaien. Degene die de meeste handelingen in het minst aantal opgooien kan verrichten is de winnaar.

Ook andere delen van dieren werden gebruikt om speelgoed van te maken. Zo zijn er fraaie dobbelstenen van gewei en ivoor aangetroffen bij verschillende Delftse opgravingen. Het dobbelspel is al erg oud en er kunnen vele verschillende spellen mee worden gespeeld. Dobbelstenen worden vaak met volwassen (gok)spellen geassocieerd. Nog een ander voorbeeld van een volwassen spel is de zeldzame vondst van een ivoren biljartbal die uit een Delftse beerput tevoorschijn kwam! Over het ontstaan van het biljartspel heerst veel onduidelijkheid. De Fransen en de Engelsen zeggen allebei dat het spel in hun land is ontstaan. Hoe het ook zij, als archeologische bodemvondst is het zeker een zeldzaamheid!