Spoorzone

De westgrens van de middeleeuwse stad

De Waterslootsepoort blootgelegd

De Binnenwatersloot in Delft is een kort, maar mooi stukje stadsgracht. Aan de andere kant van het spoor ligt in zijn verlengde de Buitenwatersloot, die tot in de negentiende eeuw door een leeg platteland voerde en die dat plattelandskarakter nog bewaard heeft. Daartussen stond, tot hij in het armoedige jaar 1847 werd gesloopt, de Waterslootsepoort, de hoofdentree tot Delft vanuit het Westen. Het was `de capitaelste poort van gans Nederland!’ volgens de zeventiende-eeuwse geschiedschrijver Dirck van Bleiswijck, Nu kwam Van Bleiswijck zelf uit Delft, dus hij was niet bepaald onbevooroordeeld. Maar afbeeldingen van de poort, aangevuld met archeologisch onderzoek naar de enorme fundamenten, geven hem gelijk. Wat zouden we die poort nog graag in het stadbeeld hebben gehad!

 

Diep gefundeerd

Delft had in de dertiende eeuw stadrechten gekregen en darmee het recht om zich t beschermen door middel van een stadsmuur. In de praktijk werd die muur een aarden wal, voorzien van stenen torens en poorten. Die moesten allemaal worden afgebroken in 1359, als straf voor het verzet dat de stad had geboden tegen de graaf van Holland. Na 1400 mochten torens en poorten weer worden opgebouwd, en men nam lange tijd aan dat pas toen de grote westelijke poort is opgetrokken. Die gaf niet alleen via een landweg toegang tot de stad, maar verbond ook de Binnen- en Buitenwatersloten met elkaar.

Bij de aanleg van de nieuwe spoortunnel werd al snel duidelijk dat de in de bodem liggende fundamenten van de middeleeuwse poort in de weg zouden liggen. Archeologie Delft heeft in 2012 de fundamenten daarom opgegraven. Die zaten flink diep: tot 5,5 meter onder het huidige maaiveld. Ze waren dan ook heel zwaar uitgevoerd, wat past bij het historische beeld van het grote poortgebouw. En, niet onbelangrijk; de oudste resten waren duidelijk dertiende-eeuws. Al was die eerste poort lang niet zo monumentaal als zijn opvolger, hij stond er wel degelijk toen de eerste wal werd opgetrokken. Het was ongetwijfeld de `capitaelste poort’ van Delft.