Romeins Delfland

Op zoek naar Cananefatenland

Dossier Romeins Delfland

Wie de kaart van Delft bekijkt, ziet meteen dat het middeleeuwse centrum een `rechthoekige’ opzet heeft. De vroegere stadsgrens zelf vormt min of meer een rechthoek, en daarbinnen staan de straten haaks op elkaar. Eén uitzondering springt in het oog: het Oosteinde, dat schuin op de rest van het stratenpatroon staat. Deze gracht heeft dan ook een natuurlijke oorsprong: het is het laatste herkenbare restant in de stad van de Gantel. Dat was een enorme kreek die zo’n 2500 jaar geleden vanuit zee het Westland in stroomde. In de eeuwen daarna slibden de Gantel en zijn zijtakken geleidelijk dicht, en op de vruchtbare grond gingen mensen wonen. Daardoor was het Westland in de Romeinse tijd - de eerste drie eeuwen van onze jaartelling – een welvarend en voor die tijd dichtbevolkt gebied. Delft ligt middenin dat gebied, en al heeft daar in de Romeinse tijd geen stad gelegen, er hebben wel veel boeren gewoond, ook midden in (of liever: onder) het tegenwoordige centrum.

Door archeologisch onderzoek van de afgelopen twintig jaar zijn we veel te weten gekomen over deze bijzondere periode. We kunnen vaststellen hoe de Cananefaten – de stam die hier woonde – steeds meer land in cultuur brachten, al dan niet op aanwijzing van het Romeinse bestuur. We zien ook hoe ze al vroeg leerden het vele water in deze streek onder controle te krijgen met dammen en duikers, en hoe ze Romeinse producten gingen gebruiken. `Romeins Delft’ lag dan wel in een uithoek van het Romeinse rijk, het was wel een dynamische uithoek met een stad bij Voorburg, een haven bij Naaldwijk, kanalen en wegen en grote boerenhoeven op het platteland. Doordat Archeologie Delft ook onderzoek doet in de gemeenten Westland en Midden-Delfland  ontstaat een steeds beter beeld van Cananefatenland en de mensen die er woonden en werkten. `Romeins Delfland’ is dan ook een belangrijk en fascinerend onderzoeksthema.