Dakruiter aan de Oude Delft

In het jaar 1500 was Jan de Huyter een belangrijk heer in Delft. Hij was niet alleen schout, baljuw en dijkgraaf, maar ook hoogheemraad van Delfland.  Zo iemand kon het zich veroorloven om een mooi, groot huis te laten bouwen aan de Oude Delft, in een van de meest gewilde stukken van de stad. Zijn `Huytershuis’ was zó indrukwekkend, dat het Hoogheemraadschap Delfland het in 1645 kocht en er zijn hoofdkantoor in vestigde: het Gemeenlandshuis van Delfland. Daar is dit orgaan nog steeds gevestigd, op Oude Delft 167. Jan de Huyter had een stukje van de gracht uitgekozen waar in de 14de eeuw edelen van het platteland graag hun huis lieten bouwen. Het was dus al een voornaam stukje Delft. Toen in 1988 en 1990 restauratiewerkzaamheden werden uitgevoerd, kwamen de archeologen een bijzonder voorwerp tegen dat getuigt van de hoge status van de bewoners: een ridder te paard van geglazuurd aardewerk. Al was hij zijn hoofd en zijn lans kwijt, de ridderfiguur is goed te herkennen. Het is niet zomaar een poppetje: de aardewerken ridder maakte deel uit van het pannendak van een van de huizen die hier stonden. Vanaf de nok liet hij duidelijk zien dat hier een edelman woonde. Deze `dakruiter’ – zo heet zo’n versierde nokpan – is er in het begin van de 14de eeuw geplaatst. Waarschijnlijk is hij er ooit afgevallen, beschadigd en in een afvalkuil gegooid, waar hij eeuwen later uit tevoorschijn kwam.