In de oude stadsbuitengracht van Delft werd een jaar geleden een bijzondere vondst gedaan. Ter hoogte van het oude stadskantoor aan de Phoenixstraat werden – tijdens de aanleg van de Prinsenhofgarage – twee ballen gevonden. De ballen werden tijdens de archeologische opgraving in eerste instantie aangezien voor kogels: ze hadden de juiste afmeting en waren loodzwaar. Bij het schoonmaken bleek al snel dat het ging om houten ballen, en wel van een bijzondere houtsoort. De ballen zijn gemaakt van tropisch pokhout, de namelijk pokhout. Het is de één van de weinige houtsoorten die zinkt, en dus is duidelijk dat ze niet zijn aan komen drijven, maar daar in de stadsgracht zijn beland.

Bij het schoonmaken kwam ook aan het licht dat elke bal een gat had, precies groot genoeg voor een duim. Toen werd ook duidelijk dat we te maken hadden met kegelballen. En laten die kegelballen nu precies recht voor de deur van de in 1781 opgerichte Sociëteit Standvastigheid zijn gevonden, de plek waar al sinds de 19e eeuw een kegelbaan lag. Tot de kunststof ballen hun intrede deden waren de kegelballen van pokhout, omdat deze houtsoort erg olierijk is en daardoor goed glijd op de kegelbaan. Helaas kunnen we geen dendrodatering uit dit hout verkrijgen, maar ze moeten ergens tussen begin 19e eeuw en midden 20e eeuw te water zijn geraakt.

Hóe de kegelballen in de gracht terecht zijn gekomen blijft gissen. Kunnen we denken aan een slechte verliezer die zijn zelfbeheersing verloor? Er zijn tenslotte geen sporen op te zien die het afdanken rechtvaardigden: ze waren niet versleten of kapot en toch zeker niet goedkoop… Zelf denkt de sociëteit dat de ballen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog door Duitse soldaten in de gracht zijn gegooid. Wim van Leeuwen, secretaris van de Sociëteit: “Achter het pand aan de Oude Delft 123 lag een diepe achtertuin die aan het einde van 19e eeuw doorliep tot de stadsgracht. In 1941 namen de Duitsers het sociëteitsgebouw aan de Oude Delft 123 in bezit. In mei 1945 bleek dat de Duitsers al het hout van de kegelbanen, de kegels, het meubilair en de deuren hadden opgestookt. Tropisch pokhout brandt niet, dus de kegelballen hadden geen nut voor de Duitsers. We denken dat de ballen vervolgens uit baldadigheid in de gracht zijn gegooid.”

Donderdag 26 oktober overhandigde wethouder Lennart Harpe de geconserveerde kegelballen in bruikleen aan de Sociëteit Standvastigheid, waar ze een plek in de ontvangstruimte van de sociëteit hebben. Daar worden ze de komende jaren tentoongesteld. Wethouder Harpe: “Het is extra bijzonder dat we deze vondst niet alleen aan een tijd en locatie kunnen koppelen, maar ook aan een sport die hier nog steeds wordt beoefend.”